shrivel

1. transitive verb,

(Brit.) -ll-

shrivel [up] — schrump[e]lig machen; runzlig machen [Haut, Gesicht]; welk werden lassen [Pflanze, Blume]

2. intransitive verb,

(Brit.) -ll-

shrivel [up] — verschrumpeln; [Haut, Gesicht:] runzlig werden; [Pflanze, Blume:] welk werden; [Ballon:] zusammenschrumpfen

* * *

['ʃrivl]

past tense, past participle - shrivelled; verb

(to make or become dried up, wrinkled and withered: The flowers shrivelled in the heat.) verwelken

- academic.ru/91548/shrivel_up">shrivel up

* * *

shriv·el

<BRIT -ll- or AM usu -l->

[ˈʃrɪv^əl]

I. vi [zusammen]schrumpfen; fruit schrumpeln; plants welken; skin faltig werden; (fig) profits schwinden

II. vt

▪ to \shrivel sth etw zusammenschrumpfen lassen

to \shrivel the crops die Ernte vertrocknen lassen

to \shrivel the skin die Haut faltig werden lassen

* * *

['ʃrɪvl]

1. vt

plants (frost, dryness) welk werden lassen; (heat) austrocknen; skin, fruit runzlig werden lassen; nylon zusammenschrumpfen lassen

2. vi

kleiner werden, schrumpfen; (balloon, nylon) zusammenschrumpfen; (plants) welk werden; (through heat) austrocknen; (fruit, skin) runzlig werden → also shrivelled

See:

→ also shrivelled

* * *

shrivel [ˈʃrıvl]

A v/t prät und pperf -eled, besonders Br -elled

1. auch shrivel up

a) (ein-, zusammen)schrumpfen lassen,

b) runzeln

2. (ver)welken lassen, ausdörren

3. fig

a) verkümmern lassen

b) unfähig oder hilflos machen

B v/i

1. oft shrivel up (ein-, zusammen)schrumpfen, schrumpeln

2. runz(e)lig werden

3. (ver)welken

4. fig verkümmern

5. fig vergehen

* * *

1. transitive verb,

(Brit.) -ll-

shrivel [up] — schrump[e]lig machen; runzlig machen [Haut, Gesicht]; welk werden lassen [Pflanze, Blume]

2. intransitive verb,

(Brit.) -ll-

shrivel [up] — verschrumpeln; [Haut, Gesicht:] runzlig werden; [Pflanze, Blume:] welk werden; [Ballon:] zusammenschrumpfen

* * *

v.

schrumpeln v.

schrumpfen v.